globale en lokale variabelen
Wat leer ik?
- Het verschil tussen een lokale en globale variabele
- Wat het effect hiervan is op het gebruik
Waar je een variabele initieert (aanmaakt), bepaalt welk deel van je code deze kan zien. Wanneer we de verhuisdoos als voorbeeld hanteren, maakt het dus uit waar we onze verhuisdoos ontvouwen. De verhuisdoos is in dit voorbeeld een variabele. Het huis je gehele code, en de kamers stukken van je code (zie: functies).
Wanneer we de verhuisdoos buiten ontvouwen, een label op kleven en er spullen instoppen, past deze door alle deuren van het huis. Dat wil zeggen dat ik op eender welk moment, in eender welke kamer de doos kan raadplegen en de inhoud eruit halen, erbij stoppen of gewoon controleren wat er in zit.
Als ik echter de verhuisdoos ontvouw in een kamer, en er daar een label op plak en spullen in doe, kan deze niet meer door de deur. Enkel in de kamer waar ik de doos heb ontvouwd kan ik deze doos gebruiken. Wil ik buiten de kamer, moet ik de spullen eruit halen en de doos terug opvouwen (lees: vernietigen). Deze doos kan ik dus in geen enkele andere kamer raadplegen.
In code worden deze "kamers" codeblokken genoemd. Een codeblok wordt geopend met een {
en gesloten met een }
.
In dit voorbeeld is testVariabele
boven alle andere codeblokken geïnitieerd. Daardoor is het een globale variabele. Deze kan overal in het programma worden gezien en gebruikt.
In dit voorbeeld is testVariabele
in het codeblok setup geïnitieerd. Daardoor is het een lokale variabele. Deze kan enkel in het codeblok setup worden gezien en gebruikt.
Controle vragen
Een variabele die boven alle codeblokken staat, wordt een
variabele genoemdAls ik een variabele aanmaak in het codeblok setup is dit een
Een lokale variabele wordt aan het eind van een codeblok...